arry van der Rijt, Nijmeegse experimenteel filmmaker, publiceert in het najaar van 2015 een boek met afbeeldingen van ‘Exquisite errors’(1). Hij wil met zijn kunstwerk een lans breken voor de schoonheid van de afwijking. Bij hem is in 2003 ADHD gediagnosticeerd. Hij ervaart dat het label ADHD zijn ‘afwijking’ wegzet als negatief.
Een protest tegen de groeiende labeling van mensen met psychische problemen in de GGZ en de maatschappij.
De pas overleden neuroloog Oliver Sacks en zijn leeftijdgenoot, de psychiater Irvin Yalom bepleiten een radicaal andere, holistische benadering.
Barry van der Rijt
Hij heeft een paar honderd abstracte werken bij elkaar gebracht in een publicatie. In zijn eigen woorden: “De afbeeldingen zijn ontstaan door doelbewust verstoringen aan te brengen in de weergave van digitale film. De werken zijn in feite stills uit deze verstoorde filmbeelden die ik haast maniakaal verzamelde gedurende een aantal jaar. Vele reflecteren mijn gemoedstoestand tijdens het maakproces. En dat is het vertrekpunt van een diepere motivatie achter deze publicatie. Uiteindelijk heb ik de 665 (!) afbeeldingen gecategoriseerd, voorzien van diagnostische criteria en een label gegeven. Echter, nooit een negatief label. Want ik geloof niet dat iets wat afwijkt negatief is.”
007.00 Bipolar Codec Order (BCO)
Het is een duidelijk protest tegen de negatieve gevolgen van de labelling van afwijkend gedrag, zowel in de praktijk van de GGZ, als maatschappelijk.
Ik kom in onze GGZ-praktijk regelmatig tegen dat cliënten hier wars van zijn. Hebben ze gelijk? Wat is een vruchtbaar standpunt in deze kwestie?
Labeling in de GGZ
Cliënten melden zich in de GGZ aan, ze willen begrepen worden in hun problemen en daar hulp bij.
Zij en de behandelaar stellen zich de vraag ‘wat heb ik?’ of ‘wat heeft mijn kind?’. Wat volgt is een classificatie met een beschrijvende, verklarende en indicerende diagnose, een label als vlag met een kort achtergrondverhaal en een behandeladvies. Dit is conform de afspraken in het vak(2).
De laatste decennia wordt het label steeds belangrijker, het verhaal verschuift naar de achtergrond. Zo zijn allerhande behandelprotocollen opgesteld op basis van verschillende classificaties. De structuur van de vergoeding middels het DBC-systeem is er op gebaseerd, zelfs de organisatie van de GGZ geeft de classificatie een bepalende rol met bijvoorbeeld de ‘zorglijn angst en depressie’.
Ook maatschappelijk is het label steeds meer een eigen leven gaan leiden
Ook maatschappelijk is het label steeds meer een eigen leven gaan leiden, de vlag van classificatie lijkt van alles te vertellen en te bepalen: wat er aan de hand is, hoe ernstig dat is, wat de waarschijnlijke oorzaak is, welke hulp je nodig hebt, bijvoorbeeld medicatie of psychologische behandeling, op welke extra voorziening je recht hebt, bijvoorbeeld extra hulp op school, een PGB voor thuis, of je geschikt bent voor een baan of een rijbewijs, en of je er bij hoort, op school, in de groep.
Protesten zoals van Barry van der Rijt kunnen dan niet uitblijven, zijn dagelijks hoorbaar. De vlag dekt immers geheel niet de lading. Mensen met hun problemen zijn veel meer dan hun vlag. Ze willen niet op een simplistische manier benaderd en afgerekend worden: ‘O, jij hebt ADHD, dan moet je medicatie hebben, mag je dan wel een rijbewijs hebben, ben je wel geschikt voor dit beroep?’
Digital Data Stream Order-type I 002.01 DDSO-I
Awakenings
Maar wat is een vruchtbaar alternatief? Verschillende geluiden zijn hoorbaar.
Allereerst in eigen kring. Veel vakgenoten, waaronder Jan Derksen (3), willen de waarde van de ‘beschrijvende en verklarende diagnose’ voorop stellen in plaats van de ‘classificerende diagnose’. Een diagnose is veel meer dan een label, het is een gedegen visie met kop en staart op het probleem van de cliënt en wat hij nodig heeft.
Dan is er Trudy Dehue (4). Zij pleit voor minder diagnostiek, voor het waarderen van variatie, voor geduld in plaats van toegeven aan de druk tot mensverbetering die uitgaat van de DSM IV en economische belangen dient. Zij schrijft, niet verwonderlijk, het voorwoord in de bundel ‘Exquisite errors’ van Barry van der Rijt.
Verder op zoek naar antwoorden kwam ik de bundel verhalen van de onlangs overleden neuroloog Oliver Sacks(5) tegen.
Kent u de film Awakenings (1990) met Robert de Niro en Robin Williams?
Het is het verhaal van de medicamenteuze behandeling met L-dopa door Oliver Sacks van patiënten met de slaapziekte. Deze patiënten kregen tijdelijk hun bewustzijn terug na 40 jaar ‘geslapen’ te hebben. Ze werden wakker in een ouder lichaam, wonderlijk, maar ook zeer verwarrend.
Oliver Sacks heeft zich zijn leven lang bezig gehouden met mensen met ernstige stoornissen, variërend van fantoomledematen, de ziekte van Gilles de la Tourette tot autisme, Parkinson, e.d. Hij heeft er diverse boeken over geschreven.
Wat indruk maakt is niet zo zeer de beschrijving door Sacks van de ‘ziekte’, maar van de mens die daarmee leeft.
Wat indruk maakt is niet zijn beschrijving van de ‘ziekte’, maar van de mens die daarmee leeft. Sacks beschrijft op indringende en respectvolle wijze hoe mensen hun lot in eigen handen nemen, juist door hun ‘ziekte’ de werkelijkheid anders beleven, er zeker stevig aan lijden, maar daarnaast soms een ander mens worden met andere kwaliteiten.
Sacks haalt de 19e -eeuwse arts William Osler aan: ‘vraag niet wat iemand voor ziekte heeft, maar liever wat voor iemand de ziekte heeft’.
Vraag niet welk probleem iemand heeft, maar wat voor iemand dat probleem heeft.
Dit perspectief is in velerlei toonaarden in de psychologie doorgedrongen, bijvoorbeeld via de humanistische psychologie van Maslow en Rogers. Onlangs kwam ik het weer tegen bij Yalom, Amerikaans psychiater en voorloper van de groepstherapie.
Het pleidooi van Irvin Yalom
Yalom hecht geen waarde aan de diagnose als zodanig en zeker niet aan de classificerende diagnose. Hij hanteert ‘een humanistische en holistische aanpak’ (6, 7), stelt de cliënt met zijn verhaal centraal.
Dat staat haaks op de huidige gezondheidspsychologie, op de dominante Cognitieve Gedragstherapie. Dit model werkt veelal met protocollen met classificaties als uitgangspunt.
De ziekte staat centraal, de aandacht voor de hele mens verdwijnt. Klacht- en probleemgericht in plaats van persoonsgericht werken is het parool. Het mensperspectief van Sacks, Osler en Yalom zit in de verdrukking. Barry van der Rijt en veel anderen protesteren. Dat is begrijpelijk.
Mensen met afwijkend gedrag, van wie velen maar zeker niet allemaal ook met psychische problemen, zijn immers veelkleurig, zijn subjekten die uitstijgen boven en richting geven aan hun anders-zijn, aan hun problemen, ze vragen respect en begrip voor hun hele menszijn.
Digital Data Stream Order-type I 002.01 DDSO-I
Bert Vendrik Beek, 04.09.15
Bronnen
1. Barry van der Rijt, www.barryvanderrijt.com/works/exquisite-errors
2. Jan kamphuis en Hilde Geurts, ‘Gestandaardiseerde psychodiagnostische methoden’ in
W. Vandereycken e.a. ‘Handboek Psychopathologie’, deel 2, 2006, BSL, Houten
3. Jan Derksen, ‘Iedereen een psychische aandoening? Een visie op 35 jaar ambulante ggz’,
2015, De Tijdstroom, Utrecht
4. Trudy Dehue, www.trudydehue.nl en www.fundamenten.com met artikelen over Trudy Dehue.
5. Oliver Sacks, ‘De Vrouw zonder lichaam, alle verhalen uit de praktijk’,
1985, Meulenhoff, Amsterdam.
6. Bram Bakker, ‘Dr. Feedback’, interview Met Irvin Yalom in ‘de Volkskrant’, 24.04.15
7. Irvin Yalom, ‘Eendagsvlinders, en andere verhalen uit de psychotherapie’
2015, Balans, Amsterdam