Martin van Kalmthout en Anna Enquist
Martin van Kalmthout
‘Een vreemde eend in de bijt’
De Psychotherapie heeft haar langste tijd gehad, zo stelt Martin van Kalmthout, rogeriaans psychotherapeut en eerder universitair docent te Nijmegen. Hij ziet de psychotherapie als exponent van een cultuur van de zachte kracht, van het innerlijk. Zij is een vreemde eend in de bijt geworden, ze past niet in onze hedendaagse materialistische, harde cultuur. De wereld van protocollen en evidence based practice zal de geestelijke gezondheidszorg steeds verder gaan domineren.
Zijn verhaal is waardevol. Hij breekt een lans voor menselijke ontmoeting en voor de toepassing van de genezende werking er van in psychotherapie. In psychotherapie zitten de therapeut en de cliënt haaks op elkaar, de cliënt kan de therapeut ontmoeten, maar komt ook zichzelf tegen.
Zijn verhaal stemt pessimistisch. Maar heeft hij gelijk met zijn kritiek op de cultuur van de 21ste eeuw, dat er steeds minder plaats en gelegenheid is voor echt contact en zelfreflectie, ook in de ggz? Is het waar dat evidence based werken hier haaks op staat? Is psychotherapie dé plaats voor ontmoeting?
M.i. poneert Van Kalmthout daarmee tegenstellingen, die maar deels de werkelijkheid beschrijven. Zo is mijn ervaring dat methodisch werken het ontmoetingsaspect soms juist kan versterken. Oordeelt u zelf.
Dit artikel is geplaatst op www.fundamenten.com met toestemming van de auteur. Vanwege de lengte van het artikel, hierbij een link:
“MARTIN VAN KALMTHOUT, EEN VREEMDE EEND IN DE BIJT”
Anna Enquist
‘Het verlangen naar de oppervlake’
Amna Enquist, psychoanalytica en schrijfster, onderschrijft in een essay in Trouw (22.11.14) de stelling van Martin van Kalmthout: psychotherapie gedijt niet in het huidige tijdsgewricht.
Haar ingang is wat anders, zij richt de aandacht op ‘het verlangen naar de oppervlakte’ als afweer tegen de angst voor de monsters onder het bed, voor de kwetsbaarheid, het niet gezien worden, de machteloosheid. Kortom, de afweer tegen de angst voor de diepte. Waar vroeger religie ons beschermde, hangen we nu aan de oppervlakte.
Haar conclusie is zachtmoedig: ‘Wat zou het mooi zijn als het tij gaat keren en er, naast de jachtige glinstering aan de oppervlakte, weer ruimte komt voor de geheimen die schuilgaan in de diepte.’
Martin van Kalmthout en Anna Enquist beschrijven zo een trend in cultuur en geestelijke gezondheidszorg die zich welhaast gedraagt als een olifant in de kamer, zo groot dat hij haast onzichtbaar is. Wel laden ze enigzins de verdenking op zich van mopperende ouderen met hun galm van ‘vroeger is beter’. Anna Enquist spreekt dat tegen, maar dat klinkt niet overtuigend.
Een belangrijker bezwaar is een andere trend in onze recente cultuur, die enigszins haaks staat op hun betoog. Het betreft de verspreiding en popularisering van de waardering en benoeming van eigen ervaringen en van het innerlijk leven, in sociaal contact, op TV, in de krant. Brede lagen van de bevolking vinden ook hun gang naar de geestelijke gezondheidszorg.
Het betoog van Martin van Kalmthout en Anna Enquist lijkt voornamelijk over de hoger opgeleiden te gaan.
In onze psychologen- praktijk is die andere trend zichtbaar: lager opgeleiden die meer dan vroeger belang hechten aan hun innerlijk.
In onze psychologenpraktijk is die andere trend zichtbaar: lager opgeleiden die meer dan vroeger belang hechten aan hun innerlijk. Ze komen met vragen om ‘assertief te worden’, ‘zichzelf terug te vinden’, ‘mijn hart te luchten, dat is toch de bedoeling hier?’.
Woorden die 30 jaar geleden voorbehouden waren aan de Yavis (Young, attractive, verbal, intelligent en successfull), treden binnen in de wereld van de Libo (Lager inkomen, beroep en opleiding). De individualiseringstendens schrijdt voort.
Lees hier het betoog van Anna Enquist:
http://www.trouw.nl/tr/nl/4512/Cultuur/article/detail/3796147/2014/11/22/Het-verlangen-naar-de-oppervlakte.dhtml
nb: Hieronder kunt u deze pagina als PDF downloaden. Hierin werkt de links overigens niet.